La Joueuse de Flûte
(1903-1905)
Twaalf jaar nadat Claudels beroemde beeld La Valse op de Parijse Salon was getoond werd in 1905 ook La Joueuse de Flûte op deze belangrijke jaarlijkse tentoonstelling toegelaten. Een jaar eerder schreef Claudel al aan de bronsgieter Blot dat ze een “petite faunesse” had geboetseerd, en hoe ze zelf enorm gehecht was geraakt aan haar “sirène”. Het bleek achteraf haar laatste grote beeld voordat psychische problemen haar het werken vrijwel onmogelijk maakten.
De invloedrijke criticus Charles Morice schreef over de fluitspeelster: “ Maar deze sirene, die hier met opgetrokken knieën zit en haar hele lichaam naar haar lippen lijkt te brengen, laat hier met haar goddelijke fluit het doordringende geluid van de bovenmenselijke passie horen. Het koeren van de duiven, de wind over de bossen, over de vlakte en over de zee, de muze: Jij bent niet de zangeres, jij bent het gezang zelf dat een vorm krijgt”.
CC04
- h. 23 cm.